donderdag 16 juli 2009

Doonloughan


Maandag 22 juni
Het is 6.30 in de ochtend. In het donkere ruim van het schip zie ik de eerste zonnestralen naar binnen schijnen als de boegdeur omhoog gaat. De start van een rit van Harwich naar Holyhead in Wales die ik in 6,5 uur moet zien af te leggen omdat daar de veerboot naar Ierland vertrekt.

De eerste kilometers is het weer wennen om aan de linkerkant van de weg te rijden. Na drie maanden in Nieuw-Zeeland aan de ‘verkeerde’ kant van de weg te hebben gereden went het al gelukkig weer snel. De rit gaat voorspoedig maar ik heb ik toch wel krap gepland. Met een korte pauze lukt het me om in 5 uur dwars door Engeland te komen.



Na een waarschuwingsbord over wegwerkzaamheden blijf ik maar even achter een vrachtwagen rijden. De vierbaansweg splitst zich in twee stroken en voor ik er erg in heb rij ik op een uitvoeger richting een stad waar ik niet naar toe wil. Verdorie, moet ook de chauffeur voor mij gedacht hebben want hij rijdt ook verkeerd. Via allemaal binnendoor weggetjes kom ik uiteindelijk weer op de snelweg uit vlak voor Holyhead. Dat zal ik bleven, vlak voor het eindpunt nog verkeerd rijden waardoor ik de boot mis. Gelukkig heb ik nog 50 minuten over als ik uiteindelijk door de douane ben en op de veerboot sta. Op weg naar Ierland.

In het donker zie ik her en der vuren branden. Volgens de traditie is het Fire-night een soort viering van het begin van de zomer die deze avond in heel Ierland wordt gevierd. Ik baan mij een weg over smalle wegen en langs duinen tot ik uiteindelijk in een vissershaventje beland. Het is nu 23.00 uur en ik ben erg dicht bij het eindpunt. Volgens een visser, die nog in het haventje zijn laatste spullen inlaad na een vistocht, ben ik dicht bij. Hij rijdt voor mij uit om de juiste weg aan te wijzen.

In de verte zie ik twee lampjes die dansen in de nacht. Eentje knippert de ander niet. Twee schimmen komen steeds dichterbij. Twee verweerde gedaantes komen naast de auto staan, gekleed in regenkleding en laarzen. "Hey daar is ie eindelijk": klinkt het. Gelukkig, ik heb de Ierland gangers gevonden. Na een hartelijke ontmoeting zetten we mijn tent op een grasveldje en drinken we een lauw biertje. "Goh, wat ruik jij lekker fris": roept Marian. Er hangt een typisch kajakgeurtje van outdoorkleding en ik zie twee strak afgetrainde kopkes die ook wel iets aan de magere kant zijn. Ze maken het goed en hebben nog steeds veel plezier.

Doonloughan, vlak bij Clifden aan de oostkust, blijkt toch een lastige plek te zijn om in te stappen. Paul en Marian hebben hun tent op het strand staan en daar kan ik met de auto niet komen. Maar goed, dat zien we morgen wel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten