zaterdag 19 december 2009

Er is toch niets mis met het paspoort...

De klep van de boot gaat open en het licht straalt naar binnen. Ik heb het gered. De auto rolt op Hoek van Hollandse bodem. De eerste marechaussee die ik tegenkom knikt en pruilt zijn lippen bij het zien van de schade. Als ik het hokje van de andere twee marechaussees nader zie ik ze al kijken. "goedemorgen meneer, uw paspoort graag". "Nou die gaat niet door hoor", "Hoe zo, er is toch niets mis met het paspoort?". "Nee dat niet, moet je die zijkant zien!!!. Er zit helemaal geen zijkant meer op joh!". "Nou meneer, zet u de auto maar even aan de kant, we komen zo bij u". F@#$K, dit is mis. Nou ja, gewoon maar horen wat ze te zeggen hebben. Als de hele rij auto's van de boot is komen ze kijken. Ik krijg een rijverbod en mag niet meer rijden. De auto mag ik op het parkeerterrein zetten en ik bel met de lease maatschappij voor de anwb. Na 2 uur!!! komt de anwb en begint het spel van de haantjes en de koninkrijkjes. De lease maatschappij regelt het allemaal wel even, de anwb kijkt mij er op aan en ze gaan hun eigen gang "dat heeft meneer zelf geregeld zeker", daar werd ik even boos om. De auto gaat niet naar Amsterdam maar naar Hoek van Holland. Als ik een huurauto heb vraagt het schade bedrijf of ik niet even naar Amsterdam kan komen om deze huurauto in te leveren en een van hun mee te nemen. Ze zijn verbaasd dat de schadeauto niet komt. Ik ben er klaar mee en wil naar huis, ik rij dus niet naar Amsterdam. Uiteindelijk ben ik om 17.00 uur thuis terwijl ik om 7.00 uur al in Nederland was.


Eenmaal in Nederland blijk ik dus wel gedekt te zijn in het buitenland. Er was dus niets aan de hand en ik heb de bedrijven mooi wat geld bespaard door op deze manier terug te komen. Gelukkig heb ik alle extra kosten terug gekregen, dankzij mijn werkgever. Hulde!
Het is mooi om te zien dat in Ierland dingen nog gaan zoals ze gaan. In NL is het dan een getouwtrek over verantwoordelijkheid en wie het geld mag opstrijken. Het is jammer dat deze tocht zo verlopen is. Precies het meest bebouwde stukje van Ierland meevaren en dan ook nog een fikse aanrijding. De eikels die me aanreden kregen mooi een nieuwe huurauto.


Gelukkig heb ik niets en ben ik een gelukkig man. Dat dan weer wel!

Across England


Om 9.00 uur sta ik voor de werkplaats van Rockpoolboats. De kajak die ik kom halen is nog niet klaar. Ze hadden me pas morgen verwacht. Dat klopt ook alleen door de aanrijding ben ik een dag eerder leg ik uit. Om 11.00 uur is de boot klaar en kan ik weg. Ze zijn erg benieuwd of ik ook door de politie van de weg wordt gehaald omdat de schade volgens hun te groot is.

De rit gaat goed. Ik rij niet al te hard en de weg is rustig. Het is wel grappig om te zien. Mensen die me inhalen zien in eerste instantie niets, tot dat ze het wiel zien in plaats van een spatbord. Halverwege de route zie ik ineens twee politieauto's invoegen. Maar even het gas los, ik hoef het ook niet op te zoeken. Het duurt allemaal wat langer maar uiteindelijk rij ik om 20.00 uur het haventerrein in Harwich op. Ik ben erg blij dat ik de boot op kan en een hut heb weten te krijgen, een buitenhut nogwel met uitzicht op zee!

Dat gaat wel lukken...

Nadat ik afscheid heb genomen van Marian en Paul rij ik maar weg. Het is best gek om nu weg te gaan omdat ze nog een heel eind moeten. Erg dapper en flink vind ik. We vinden het alle drie erg jammer dat het zo moet aflopen terwijl ik er niets aan kon doen en ook nog extra kosten moet maken.

De rit door Ierland gaat goed en na 3 uur rijden ben ik bij de veerboot naar Engeland. Ik heb geluk want ik hoef maar een half uur te wachten voordat de boot vertrekt. Hier komen ze dus over drie weken aan...


Het is even spannend om de douane door te komen als ik Engeland binnenkom. Kajak op het dak en flinke schade dat loopt wel in de gaten zou je zeggen. Als ik langs de mannen en vrouwen rij gebeurt er niets. Gelukkig, ik kan gewoon doorrijden. Ik heb wel geluk gehad denk ik. In Holyhead zoek ik een B&B want morgenochtend ga ik hier nog een kajak ophalen die meegaat naar Nederland. Van Marian en Paul krijg ik een berichtje dat ze op een prachtig eilandje zitten met kloosters uit de 6e eeuw en heel veel meeuwen. Jammer, daar had ik graag bij willen zijn.

B & B at Easkey


Na onze regenachtig nacht is het nu weer volledig opgeknapt. In het zonnetje peddelen we vrolijk de baai over richting Easkey. Het is weer warm en de wind is helemaal weg. Langzaam komt de oude wachttoren van Easkey dichterbij. Op het klif moet een camping zijn. Marian en ik beginnen al te fantaseren wat voor mooie camping dat wel niet moet zijn. Voor de grap zeg ik:"zul je zien dat er helemaal geen camping is, haha". Dat zeg ik dus ook nooit weer. Er staan een paar tentjes en verder is er niets, geen douche, geen wasmachine, helemaal niets... En nu?

We wandelen met onze kajaks het dorp in opzoek naar een Bed and Breakfast. Dat lukt alleen ziet het er allemaal erg netjes en proper uit. Zonde eigenlijk voor zo'n B&B dat er dan alleen maar kajakkers komen. De ontvangst is wat magertjes, althans de landlady wil wel even weten wat voor vlees ze in de kuip heeft. We krijgen koffie en cakejes die lekker smaken. De kamers zijn prima en al snel sta ik dingen af te wassen in de wasbak. Een beetje bang dat de aluminium koffiepot een hoek uit de porseleinen wastafel zal slaan. De boten worden uitgepakt en de natte troep hangen we uit. De eigenaresse is bereid om zelfs de was te doen!!

Ik ben aan het uitzoeken hoe ik het beste weer bij de auto kan komen die bij het begin punt staat. Paul en Marian nemen een rustdag en op die dag kan ik mooi de auto halen zodat ik nog twee dagen meekan. Eerst moet ik met de bus naar Ballina en dan daar weer een bus naar Doonloughan.

Na een lekker ontbijtje sta ik bij de bushalte te wachten. De rit naar Ballina gaat voorspoedig en ik kan zo ook nog een kijkje nemen van het Ierselandschap. In Ballina blijkt dat er pas vanmiddag een bus om 16.00 u naar Clifden gaat. Daarna moet ik dan nog 2 uur met een toeristenbusje. Balen, dat ga ik dus niet halen om vanavond ook de auto nog weer op een plek te parkeren waar ik 'm op kan halen.

De telefoon gaat over en een Ierse stem neemt. Baeelinaataxieeee, heaulleooeu. Ehhh, ik wil graag een taxi naar Clifden. Of ik even geduld heb want hij moet nog even douchen. Als de taxi voorrijd en hij hoort dat ik echt naar Clifden wil spreken we een prijs af. Het is een lange rit. Om 10.00 uur rijden we weg en 's middags om 14.00 uur sta ik naast mijn auto. Ongeveer 120 euro lichter van de taxi. Er zit een briefje achter de ramen, "of ik contact op wil nemen met het politiebureau". Ach jee, nou ik rij er wel even langs bedenk ik me. Dan kunnen ze me ook live zien.

Op het bureau moeten de agenten even nadenken maar dan weten ze het. Ze waren benieuwd of ik op zee was of niet. Ze zijn blij me te zien en dat alles veilig is. Ze wensen me een goede reis.....dat had ik ook liever niet gehoord. Op de terugreis kom ik op een doorgaande weg door een natuurgebied. In een flauwe bocht naar links rij ik tussen de bomen door. Het is erg mooi maar ik moet mijn kop bij de weg houden. Links rijden gaat me wel goed af, heb went ook na Nieuw-Zeeland. Plots zie ik twee koplampen, Ik ruk aan het stuur naar links maar toch hoor ik een klap en zie ik een bruine auto voor me langs scheren. Als ik we weer een beetje bij ben zie ik dat mijn voorspatbord tegen de spiegel zit en de motorkap is fors ingedeukt. Ik stap uit en daar komen de mensen die me hebben aangereden ook al aangelopen. Ze hadden hun hoofd niet bij de weg en zijn op de verkeerde weghelft gaan rijden. Gelukkig stuurden we allebei de goede kant op.

Als de politie aan komt gereden zie ik twee bekende gezicht. "Heya, you again?":vraagt de agent wat plagerig. Ze denken eerst dat het mijn schuld is totdat ze de beide auto's zien. Het Amerikaanse echtpaar is behulpzaam en beide auto's worden weggesleept naar een lokale garage. Na een belletje met de lease maatschappij ben ik niet blij. Volgens de LM ben ik niet gedekt in het buitenland voor pechhulp en wegsleepkosten. Repareren is voor eigen rekening. Balen, want volgens mij is het niet zo maar ik kan ze niet overtuigen. Ik laat de auto oplappen. Zonder spatbord en een stuk plastic voor de koplamp en opgelapte motorkap ga ik weer opweg naar Paul en Marian.

De schrik zit er goed in en ik besluit om eerder naar huis te gaan. De laatste twee dagen vaar ik niet meer mee omdat ik ook rustig naar huis wil rijden. Doel is om de auto Nederland in te krijgen waar ik wel gedekt ben. Het zijn ook extra kosten voor het omboeken van de boot. Het is nog eens extra balen omdat het na Easkey weer weer leuk varen wordt, in plaats van het verstedelijkte deel van de afgelopen dagen.

Poep en andere vreemde zaken


Het lijkt alsof het bij het kajakken hoort. Alsof poep en kajakken één zijn. Of het nu van koeien, schapen of geiten is dat maakt niet uit. Waar poep is kun je kamperen en waar je kampeert ligt meestal poep. Zo ook deze ochtend, dag 5. Als ik mijn tent open rits zie ik ze her en der om me heen liggen. Deze keer is het van schapen. In Schotland heb ik al eens twee dagen in een grot gezeten om te schuilen tegen de regen. De bodem van de grot was bedekt met een laag geiten poep waar we gewoon tussen kookten en zaten te kletsen. Gek eigenlijk want dat zou je thuis nooit doen, een laag poep op je aanrecht leggen of op het tapijt in de kamer....

Enfin, we pakken de spullen maar weer eens in voor de volgende etappe. We hebben in Belderrig geslapen vannacht. Een klein vissershaventje met een trailerhelling. De zon schijnt en het wordt vast weer warm.

Eenmaal in de boot peddelen we met wat tegenwind richting Easkey. Daar hopen we weer een douche te kunnen pakken en Paul en Marian willen een rustdag hebben. Na een uurtje peddelen lijkt het zeewater stroop te zijn. De GPS geeft wel een voorwaartse snelheid van 5 knp maar we lijken niet vooruit te komen. Het lijkt wel of we wel afstand varen maar dan meer zijwaarts in plaats van voorwaarts door de stroming. We maken wel zeemijlen maar varen vermoedelijk geen rechte lijn. Door de inspanningen van de afgelopen dagen voel ik af en toe de energie uit mijn lijf stromen. Als we even rusten en wat eten komt Paul erachter dat er maden in zijn boot kruipen. "He, jasses": hoor ik hem roepen. Het water in de drinkslang is ook al niet optimaal meer door de aanslag aan de binnenkant van de drinkslang. Het wordt er zo niet lekkerder op. We besluiten om ergens uit te stappen en een lange rustpauze te houden.

Op de kant gaat Paul zijn drinkzak schoonmaken. De maden ruimt ie ook op. Ik stel voor om ze op te eten vanwege de eiwitten. Ik krijg er direct een aangeboden maar wij het toch maar af. De maden komen uit zijn spons. Met mijn camera maak ik wat onderwaterfoto's van de mooie onderwaterplanten en Anemonen.

We varen verder maar de pap blijft in de armen zitten en de zee blijft stroop. Behalve Marian, die peddelt en peddelt maar door. Tjsee, die heeft met haar mooie techniek echt de gang erin. Paul en ik worden wat melig en beginnen flauwe grappen te maken.

Het is al over zessen als we nog maar bij de baai van Rathlaken zijn. Het is een baai met zand en duinen, iets wat ik niet had verwacht. De zon is inmiddels weg door een dikke laag bewolking. Heerlijk, in de regen je tent opzetten op een zandbank! We lopen wat rond om te kijken naar een goede plek. Vanaf het strand loopt pad naar het klif dat naast het strand ligt. We besluiten om de boten op het strand te laten en de hoognodige spullen mee naar boven te nemen. Als de tent staat is het al laat en moeten we ook nog koken in de regen die al naar beneden komt. Ik houd dan altijd mijn droogpak maar aan en als het eten klaar is duik ik mijn tent in. Eerst gauw omkleden en dan lekker eten met de benen in de slaapzak. Nog een borreltje bij Paul en Marian in de tent en dan pitten. De regen tikt op het doek van de tent, mijn boot ligt hoog genoeg op het strand. Ik kan dus veilig gaan slapen.

zaterdag 18 juli 2009

Kajakkers on the RIGHT SIDE!!!!



Paul loopt voorop de trap af en hij zwaait de deur van de ontbijtzaal open. 24 ogen kijken ons aan en wij zijn verrast bij het zien van zoveel Garda aan de ontbijttafel. De agenten slapen zes weken in het BenB vanwege de kwestie van de pijpleiding. Wij moeten er om lachen. Je zult maar activist zijn en 's morgens samen met de Garda eten die je dan later op de dag weer bekogelt.



We zijn alle drie wat gespannen voor wat er gaat komen vandaag. Dat komt niet door het weer maar door de dreiging van al die agenten die op de kant staan. Het schip de Solitaire wordt zwaar beschermd door twee marineschepen en politie boten. Nou ja, we zien wel wat er gebeurd. Als we de baai in langzaam in varen komt er een jetski langs on jakkeren. Na een paar minuten hoor ik op de marifoon direct een melding dat er een jetskiër in aantocht is. haha. Nou ik ben benieuwd...

Langzaam naderen we de eerste schepen, ze zijn oranje met blauw, dat moeten wel Nederlanders zijn van Boskalis. Ja hoor, het schip de Razende bol passeren we op ruime afstand. "Grappig": roept Paul,:"varen we toch nog een rondje bol vandaag". Als we dichterbij komen ontstaat er wat paniek op de marifoon: "Gardia, there are kajaks comming closer!!". "Yes, WE CAN SEE THEM, KAJAKS ON THE RIGHT SIDE!!!" "Gardia, are those three kajaks comming from the south?" "The're not activist, just friendly kajakers". Het is tijd om de marifoon er ook maar eens bij te pakken. Ik geeft de route door die we varen en waar we naar toe gaan en dat we geen slechte bedoelingen hebben. Daarna keert de rust weer terug. Als we langs een haventje varen is het blauw van de politie die naar ons zwaaien.

Door alle actie om ons heen van als die schepen missen we bijna het fantastische moment van wel 15 dolfijnen die voor ons uit het water springen. Wat een contrast met alles wat hier gebeurd! De rust keert weer helemaal terug als we de baai uit zijn en bij Kid Island van de rotsen en de natuur kunnen genieten wat een toestanden allemaal... De zeehonden liggen rustig op de rotsen en het onderwaterleven staat even stil als het met laag water op de rotsen bovenwater komt.

We eindigen de dag in Belderrig en kamperen op een grasveld dat bezaaid ligt met schapenkeutels en distels. Ach, we zijn wel wat gewend. Hoewel ik me altijd bedenk dat ik thuis niet zou gaan koken met allemaal poep op het aanrecht...

Voordat we in het haventje aan kwamen zijn we nog even langs een aantal rotsen en een grot gevaren. Een grot heeft altijd een bepaalde aantrekkingskracht. Het is aan de ene kant angstaanjagend door de lugubere geluiden van het water in de holtes, aan de andere kant heeft het ook iets moois. Later ontmoeten we een vrouw als we aan het kamperen zijn die het gruwelijke verhaal verteld dat juist in die grot drie mensen zijn omgekomen. Ze voeren met hun bootje heel ver de grot in toen de deining van het water hun nog verder duwde en ze er niet meer uit konden komen. Na drie dagen zijn ze door onderkoeling omgekomen. Vreselijk en ook gek dat wij juist ook daar naar binnen zijn gegaan..!!

Dag drie



Vanochtend hebben we een leuke verassing gekregen. Het leuke aan de zee is dat het onder water veel geheimen heeft. Het is laag water en het kiezelstrand is nu helemaal zichtbaar. Grote keien die bij aankomst onderwater lagen, liggen nu droog. Dat wordt nog een hele toer om de loodzware kajaks daar overheen te tillen. Vooral met de blaren die ik inmiddels op mijn handen heb. Johan had daar ook al last van en hoe dat komt is me een raadsel. Misschien door het zoutgehalte van het water?

De tocht gaat vandaag naar Belmullet. Dit plaatsje wordt doorsneden door een kanaal die twee sounds (water tussen twee eilanden) met elkaar verbind. Het varen is weer erg kalm en zo langzamer hand begin ik me wat zorgen te maken over de wens naar golven van 8 meter. Halverwege de tocht gaat het droogpak uit vanwege de warmte. De zee is kalm, wat een domme skepperij is dit...

Na een paar uurtjes varen komen we aan in Belmullet en gelukkig staat er water in het kanaal. Op zich is het een leuk kanaal maar door alle afvoerpijpen is de geur niet echt aangenaam. Aan het einde van het kanaal komen we in een haventje waar we op het trailerhellinkje uitstappen.

Na het vinden van een BenB en een aantal boodschappen komen Paul en Marian terug naar de kajaks. In het dorp vroeg een vrouw of Paul en Marian activisten zijn? Enigszins verbaasd door de vraag praten ze verder. De baai waar we morgen doorheen moeten varen is afgesloten door de autoriteiten vanwege de aanleg van een pijpleiding en de bouw van een gasbehandelstation. Tegenstanders voeren nu actie tegen de bouw, waaronder mensen in kajaks. Gelukkig is de politie (Garda) bereid om ons te helpen, we krijgen een telefoonnummer waar we ons op kunnen melden.

Die nacht slaap ik ondanks een blazende keukenventilator toch erg goed. Vanwege de drukte in het plaatsje is er nog maar één kamer vrij. Marian heeft de twee persoonskamer geboekt en ik biedt aan om op de grond te slapen. Uiteraard moet ik hier ook nog 35 euro voor betalen. Enfin, de douche is heerlijk en morgenochtend hebben we ook nog een ontbijt.

donderdag 16 juli 2009

Tweede vaardag


Vandaag staat een route op het programma die tussen een aantal eilanden doorgaat. Van Claire Island varen we naar Dooniver Strand. Via Belnaglea en Bleannahooey door de Achill sound. Het waait iets, maar nog niet veel, als we bij de eerste sound naar binnen varen. Althans dat proberen we, want we hebben de stroming tegen. Via de keerstromingen lukt het toch om via het tweede eilandje uiteindelijk de echte sound binnen te varen. Het aardige is dat in het midden van het vaarwater een grote zandbank ligt die ik daar niet had verwacht. Toen was het nog grappig want na een uurtje varen wordt de zandbank steeds groter totdat de bank beeldvullend is en al het water weg is. Tsjeee, de hele sound staat droog!!

We wachten maar op het tij en gaan wat boodschappen halen. Omdat ik me gister wat heb laten verbranden in de zon koop maar een lekkere tube aftersun. Heerljik verkoelend op de huid. (Jammer dat ik toen nog niet doorhad dat de aftersun een aftertan had en mijn huid en vooral handen steeds oranjer werden, wat overigens wel weer bij mijn boot past!)

Het opkomende water heeft nog een verassing in petto. Daar waar het water de sound in loopt ligt een brug met een vrij nauwe opening. De trouwe lezertjes van mijn verhalen vermoeden al wat er aan de hand is. Een stroomversnelling in en achter de brug maakt het nog even extra spannend. We hebben stroom tegen en moeten onder de brug door. Via allemaal keertstroompjes, aanzuiging en andere technische stroom geintjes lukt het me om er doorheen te komen. Paul red het ook alleen Marian ziet het niet zitten om met haar zware boot vlak langs de brugpeiler te varen. Paul en ik varen weer terug om te overleggen wat we gaan doen. Met de stroom mee gaat het trouwens super snel en is het reuze leuk!. Na een mislukte poging met sleeplijnen beginnen Paul en ik allerlei technische oplossingen uit te vinden. Marian roept ons even tot de orde en zegt: “mannen, jullie zijn er nu al drie keer onderdoor gevaren…’Paul past in mijn boot”. “Als hij zijn boot nou onder de brug doorvaart en terug loopt over de brug en dan in mijn boot stapt dan hoeven we helemaal geen ingewikkelde dingen te doen!!”. “…….eeehhh, tsjeee Marian, wat slim!”. “Dat wij daar niet aan gedacht hebben”. Marian schatert het uit als ze onze beteuterde gezichten ziet: “Ja, slim hé en dat zonder ZVE of Instructeursdiploma, vrouwen logica!!!”, schatert ze nog een keer. Jaja, nou we praten nog wel een keertje Marian!!

Aan het einde van de dag zetten we de tentjes op de oever van een kiezelstrand. Gelukkig kunnen de tentjes op het gras staan en hoef ik mijn slaapmat niet om een paar keien heen te vouwen. Het uitzicht is prachtig en achter ons ligt een veenmeertje dat afwatert op het kiezelstrand. Na een tweede lange dag is het mooi geweest.

Eerste vaardag


De volgende ochtend kan ik pas echt zien waar ik ben, Ierland. Om mij heen zie ik heuvels met rotsen en gras. Er lopen koeien op het grasveld waar ik vannacht heb geslapen. Langs de weg staan her en der wat huizen aan het smalle pad.

In het haventje pak ik mijn boot alvast maar in en even later komen Paul en Marian ook al aanvaren. De kaarten, bussen energiedrank, reserve marifoonantenne, pakken spagetteria en beefburgers komen tevoorschijn uit de doos die ik voor hen mee heb genomen. Ongebruikte spullen verdwijnen juist weer in dezelfde doos want die mag ik weer mee terug nemen naar Nederland.

De eerste vaardag
Het is best spannend om de een stuk van de tocht rond Ierland mee te varen. De verhalen die ik de laatste weken heb gehoord over de 8 meter hoge deining en de clapotisgolven en enkele tidalraces geven toch een bepaalde spanning. Hoewel op de eerste dag het weer verre van ruig en woest is, geeft het een verwachting waar ik reuze naar uitkijk. Paul en ik keuvelen wat en Marian vaart iets verder voor ons. Vandaag varen we van Doonloughan naar Claire Island. Een afstand van 40 kilometer. Na 10 kilometer varen bespreken we de richting die we moeten varen. Door de heuvels vertekent het beeld en de afstand.

Paul heeft gister krabbenpoten gekregen van een visser en heeft ze gisteravond gebakken en opgegeten. “och, dat was echt zo heerlijk!”. "Je krijgt er zo weer zin in maar het is wel een gepruts die dingen". Zo af en toe krijgen ze wat vis op het water tijdens het varen. Helemaal als de vissers horen wat ze van plan zijn en waar ze vandaan komen wordt er meestal nog een extra weggegeven. Ook van andere mensen krijgen ze vaak groente, pasta's of ander eten. Heel spontaan allemaal.

Het water is kraak helder, omdat er geen wind staat vandaag en de deining tot 0 meter is teruggevallen zit ik wat grapjes te maken: “Nou, die haaien en die golven van 8 meter moet ik nog zien”. “Wacht maar mannetje”: roepen ze allebei. Ik ben benieuwd.


Op Claire Island staan de tentjes op een kampeerveldje aan het strand. Naast ons staat een clubje van 5 meiden en twee jongens met een hond. Omdat de midgets mij weer weten te vinden gaan maar opzoek naar een pub. In de ‘community house’ kunnen we vast wel een biertje krijgen.
Na een tijdje nippend aan een biertje begint een oude baas in eens een Iers folk lied te zingen en wordt iedereen stil. Het gaat over een levensverhaal van iemand die rijkdom brengt, althans dat vermoed ik omdat ik uit de tekst nog net de woorden:”brwing’ng them guld en brwing’g them silver” hoor.

Na twee biertjes gaat het lichtje al een beetje uit en besluiten we te gaan slapen. Althans, wij hadden dat idee. De dames en heren naast ons denken daar anders over en maken veel lawaai tot in de late uurtjes. Althans, dat schijnt want ik heb het niet gehoord. Op een bepaald moment dacht ik dat het regende op de tent...dat bleek de hond van het gezelschap te zijn.....

Doonloughan


Maandag 22 juni
Het is 6.30 in de ochtend. In het donkere ruim van het schip zie ik de eerste zonnestralen naar binnen schijnen als de boegdeur omhoog gaat. De start van een rit van Harwich naar Holyhead in Wales die ik in 6,5 uur moet zien af te leggen omdat daar de veerboot naar Ierland vertrekt.

De eerste kilometers is het weer wennen om aan de linkerkant van de weg te rijden. Na drie maanden in Nieuw-Zeeland aan de ‘verkeerde’ kant van de weg te hebben gereden went het al gelukkig weer snel. De rit gaat voorspoedig maar ik heb ik toch wel krap gepland. Met een korte pauze lukt het me om in 5 uur dwars door Engeland te komen.



Na een waarschuwingsbord over wegwerkzaamheden blijf ik maar even achter een vrachtwagen rijden. De vierbaansweg splitst zich in twee stroken en voor ik er erg in heb rij ik op een uitvoeger richting een stad waar ik niet naar toe wil. Verdorie, moet ook de chauffeur voor mij gedacht hebben want hij rijdt ook verkeerd. Via allemaal binnendoor weggetjes kom ik uiteindelijk weer op de snelweg uit vlak voor Holyhead. Dat zal ik bleven, vlak voor het eindpunt nog verkeerd rijden waardoor ik de boot mis. Gelukkig heb ik nog 50 minuten over als ik uiteindelijk door de douane ben en op de veerboot sta. Op weg naar Ierland.

In het donker zie ik her en der vuren branden. Volgens de traditie is het Fire-night een soort viering van het begin van de zomer die deze avond in heel Ierland wordt gevierd. Ik baan mij een weg over smalle wegen en langs duinen tot ik uiteindelijk in een vissershaventje beland. Het is nu 23.00 uur en ik ben erg dicht bij het eindpunt. Volgens een visser, die nog in het haventje zijn laatste spullen inlaad na een vistocht, ben ik dicht bij. Hij rijdt voor mij uit om de juiste weg aan te wijzen.

In de verte zie ik twee lampjes die dansen in de nacht. Eentje knippert de ander niet. Twee schimmen komen steeds dichterbij. Twee verweerde gedaantes komen naast de auto staan, gekleed in regenkleding en laarzen. "Hey daar is ie eindelijk": klinkt het. Gelukkig, ik heb de Ierland gangers gevonden. Na een hartelijke ontmoeting zetten we mijn tent op een grasveldje en drinken we een lauw biertje. "Goh, wat ruik jij lekker fris": roept Marian. Er hangt een typisch kajakgeurtje van outdoorkleding en ik zie twee strak afgetrainde kopkes die ook wel iets aan de magere kant zijn. Ze maken het goed en hebben nog steeds veel plezier.

Doonloughan, vlak bij Clifden aan de oostkust, blijkt toch een lastige plek te zijn om in te stappen. Paul en Marian hebben hun tent op het strand staan en daar kan ik met de auto niet komen. Maar goed, dat zien we morgen wel.

dinsdag 31 maart 2009

Voorbereidingen

Het lijkt nog ver weg maar over twee en een halve maand zit ik in mijn kayak in Noord-Ierland. Samen met Paul en Marian gaan we het noordelijke deel van hun tocht rond Ierland varen.
Vanavond heb ik de boot geboekt, de eerste stappen zijn gezet.