donderdag 16 juli 2009

Eerste vaardag


De volgende ochtend kan ik pas echt zien waar ik ben, Ierland. Om mij heen zie ik heuvels met rotsen en gras. Er lopen koeien op het grasveld waar ik vannacht heb geslapen. Langs de weg staan her en der wat huizen aan het smalle pad.

In het haventje pak ik mijn boot alvast maar in en even later komen Paul en Marian ook al aanvaren. De kaarten, bussen energiedrank, reserve marifoonantenne, pakken spagetteria en beefburgers komen tevoorschijn uit de doos die ik voor hen mee heb genomen. Ongebruikte spullen verdwijnen juist weer in dezelfde doos want die mag ik weer mee terug nemen naar Nederland.

De eerste vaardag
Het is best spannend om de een stuk van de tocht rond Ierland mee te varen. De verhalen die ik de laatste weken heb gehoord over de 8 meter hoge deining en de clapotisgolven en enkele tidalraces geven toch een bepaalde spanning. Hoewel op de eerste dag het weer verre van ruig en woest is, geeft het een verwachting waar ik reuze naar uitkijk. Paul en ik keuvelen wat en Marian vaart iets verder voor ons. Vandaag varen we van Doonloughan naar Claire Island. Een afstand van 40 kilometer. Na 10 kilometer varen bespreken we de richting die we moeten varen. Door de heuvels vertekent het beeld en de afstand.

Paul heeft gister krabbenpoten gekregen van een visser en heeft ze gisteravond gebakken en opgegeten. “och, dat was echt zo heerlijk!”. "Je krijgt er zo weer zin in maar het is wel een gepruts die dingen". Zo af en toe krijgen ze wat vis op het water tijdens het varen. Helemaal als de vissers horen wat ze van plan zijn en waar ze vandaan komen wordt er meestal nog een extra weggegeven. Ook van andere mensen krijgen ze vaak groente, pasta's of ander eten. Heel spontaan allemaal.

Het water is kraak helder, omdat er geen wind staat vandaag en de deining tot 0 meter is teruggevallen zit ik wat grapjes te maken: “Nou, die haaien en die golven van 8 meter moet ik nog zien”. “Wacht maar mannetje”: roepen ze allebei. Ik ben benieuwd.


Op Claire Island staan de tentjes op een kampeerveldje aan het strand. Naast ons staat een clubje van 5 meiden en twee jongens met een hond. Omdat de midgets mij weer weten te vinden gaan maar opzoek naar een pub. In de ‘community house’ kunnen we vast wel een biertje krijgen.
Na een tijdje nippend aan een biertje begint een oude baas in eens een Iers folk lied te zingen en wordt iedereen stil. Het gaat over een levensverhaal van iemand die rijkdom brengt, althans dat vermoed ik omdat ik uit de tekst nog net de woorden:”brwing’ng them guld en brwing’g them silver” hoor.

Na twee biertjes gaat het lichtje al een beetje uit en besluiten we te gaan slapen. Althans, wij hadden dat idee. De dames en heren naast ons denken daar anders over en maken veel lawaai tot in de late uurtjes. Althans, dat schijnt want ik heb het niet gehoord. Op een bepaald moment dacht ik dat het regende op de tent...dat bleek de hond van het gezelschap te zijn.....

Geen opmerkingen:

Een reactie posten